Tips hoe je kunt omgaan met de babyspullen
1. Voel je niet opgejaagd
Er is geen enkele regel die zegt dat je alles snel moet opruimen. Als je het fijn vindt om dingen te laten staan, doe dat. Het is jouw huis, jouw verlies, jouw tempo.
2. Kies één klein ding
Sommige ouders vinden het helpend om één kleinigheid te kiezen dat wel opgeborgen wordt (bijvoorbeeld een pakje luiers), terwijl de rest blijft staan. Zo oefen je stap voor stap.
3. Maak foto’s
Als je iets moet weghalen, kun je er foto’s van maken. Die herinnering kan later veel troost geven.
4. Vraag hulp van iemand die je vertrouwt
Als je op een dag besluit spullen weg te halen, doe het dan niet alleen. Laat iemand meekijken, helpen, luisteren.
5. Leg een herinneringsdoos aan
Veel ouders bewaren een doos of een mandje waarin je de belangrijkste spulletjes bewaart. Zo heb je een plek om later naar terug te gaan.
6. Schrijf op wat je voelt
Het helpt om in een schrift op te schrijven waarom je iets nog niet weg wilt doen, of wat het voor je betekent. Soms geeft dat duidelijkheid.
7. Denk na over symbolisch afscheid
Sommigen vinden het fijn om bijvoorbeeld een kaars aan te steken, een ritueel te doen of een paar woorden te zeggen als iets wordt opgeruimd. Dat maakt het minder hard.
8. Laat je niets opleggen
Wat anderen denken over hoe snel je dingen zou moeten opruimen, doet er niet toe. Je mag je eigen weg kiezen.
9. Weet dat je kindje niet verdwijnt
Ook als je spullen wegdoet, gaat de herinnering niet weg. De liefde blijft