Als je je baby verliest, kan het opruimen van de babyspullen voelen als een onmogelijke stap. Alsof je daarmee alles wat je voelde uitwist.
Manu Keirse schrijft hierover dat dit heel normaal is. Spullen zijn geen gewone spullen meer. Ze zijn overgangsobjecten: tastbare herinneringen die je helpen om langzaam aan het verlies te wennen.
Ze zijn een manier om de band met je kind niet meteen kwijt te raken. Het wiegje, de kleertjes, de luierdoos – alles wat je hebt klaargezet, staat symbool voor je liefde en je toekomstplannen.
Het opruimen voelt vaak als een tweede verlies. Daarom hoeft dat niet meteen. Je mag het in je eigen tempo doen. Soms duurt het weken, soms maanden of jaren. Er is geen goed of fout moment.
Als je nog even wilt vasthouden, betekent dat niet dat je niet verder kunt. Het betekent alleen dat je probeert te begrijpen dat je kindje er echt niet meer is. Je hoeft jezelf daar niet voor te veroordelen.
Over vasthouden en opruimen
Veel rouwdeskundigen, zoals Elisabeth Kübler-Ross, Riet Fiddelaers-Jaspers, Johan Maes, David Kessler en Megan Devine, schrijven dat het vasthouden aan babyspullen geen zwakte is. Het is een manier om te voelen dat je kind nog steeds deel van je leven is.
Elisabeth Kübler-Ross beschreef dat rouw in fases en golven komt. Het is geen rechte lijn waarin je op een bepaald moment “klaar” bent. Daarom is er ook geen vaste tijd waarin je spullen zou moeten opruimen.
Johan Maes en Riet Fiddelaers-Jaspers leggen uit dat spullen vaak een brug zijn tussen je herinneringen en de werkelijkheid. Ze helpen je het verlies stap voor stap te aanvaarden.
Megan Devine zegt: “There is no timeline. Keep the baby clothes as long as you need. When you are ready, you’ll know.”
Het opruimen hoeft niet vandaag. Het hoeft niet morgen. Het mag pas als je zelf voelt dat het kan.